Offline
Vreemd. Ik tokkel nu op mijn computer. Ergens tussen Brugge en Brussel. Zonder internetverbinding. Mijn iPhone even buiten beschouwing gelaten. En eigenlijk werkt dat ding niet in de trein. De verbinding valt meer uit dan het aantal minuten deze trein zal te laat aankomen. Dus laat ik het beestje voor wat het is en typ ik verder. Offline.
Ik ben dat niet gewoon, weet je. Ik ben dag en nacht verbonden met internet. Op ieder moment kan ik de wereld in de gaten houden. Checken waar mijn vrienden, kennissen, familie en onbekenden mee bezig zijn. En dat is nogal wat. Moest ik daar mijn beroep van maken, klopte ik overuren en kreeg ik na een week stress en een briefje van meneer doktoor. “Ik schrijf u voor: Offline.”
Er zijn weinig momenten dat ik niet online ben. Behalve als ik slaap. En dan nog. De laatste beweging van de dag is mijn telefoon weg leggen. Het eerste wat ik doe als ik nog niet eens opgestaan ben is mijn telefoon van mijn nachtkastje weggrissen en beginnen lezen. Als ik de slaap niet kan vatten,… vul zelf maar in. Ik woon alleen. Misschien zal die gewoonte wegvallen als ik samenwoon. Mag ik hopen. Mijn lief zal wel voor de nodige afleidingsmanoeuvres zorgen…
Verslaafd? Hoh, waarom zou ik het zo niet noemen? Ik kan wel zeggen dat, als ik in het buitenland ben, ik niet echt afkickverschijnselen heb. Dan floept internet, ik schat, maar 4 keer per dag voor 5 minuten aan. Niet dat het veel is, maar het floept wel. Was het niet van kostelijke grappen op mijn rekening, dan stond offline niet eens in mijn buitenlands woordenboek.
Het begon allemaal toen ik dat dekselse data-abonnement aanschafte. Na een paar uur was ik vertrokken. Vanzelf. Eerst zei ik nog dat het gemakkelijk was om buienradar te raadplegen, de treinuren op te zoeken en mijn agenda bij te houden. In de praktijk was het statussen op Facebook updaten, foto’s instagrammen, tweets lezen en op alle soorten van sociale media aanwezig zijn. Het gevoel verbonden te zijn met zoveel mensen, zoveel leuke mensen. Wat kan er verkeerd aan zijn?
Het gebrek aan aandacht voor de mensen rondom mij! De echte, levende, van vlees en bloed zijnde mensen. Die altijd die paar seconden moeten on hold staan als ik mijn apps op mijn telefoon even moet doorlopen. Misschien moet ik niet tot nieuwjaar wachten om een goed voornemen te hebben. Laat ik vanaf nu het gros van de dag offline zijn. Het zal niet makkelijk zijn, maar de mensen om me heen zullen wel ingrijpen. Want… jullie lezen dit hé! ;-)
En heb genade in het begin…
Openbaar vervoer
Ik moet er aan wennen. Nooit heb ik zoveel gebruik gemaakt van bus, metro, tram en trein als het laatste jaar. Uit financiële overwegingen. Dat het goedkoper reizen is dan met de auto. In de veronderstelling dat je alleen aan het reizen bent. Terwijl je eigenlijk nooit alleen aan het reizen bent.
Algauw merk je de beperkingen.
Dat je met de auto, buiten de spitsuren, veel sneller bent. Dat je niet moet wachten tot je auto op een bepaald uur komt opdagen. Dat je vanaf je deur met de auto meteen vertrekt richting eindbestemming. Dat je in je auto altijd plaats hebt om te zitten. Dat je met je auto in het hol van Pluto kunt raken. Dat je bij nachte gewoon met je auto terug naar huis kan rijden. Dat je in de auto met de muziek kunt meebrullen. Dat de parking voor je auto wel heel duur is. Dat je niet kunt lezen terwijl je met de auto aan het rijden bent. Dat je ’s ochtends niet poepeloere zat de eerste auto naar huis kan nemen. Dat je de auto één keer per jaar dringend moet kuisen. Dat je met de auto, binnen de spitsuren, veel trager bent.
En dat het rustig was deze morgen rond half zeven in de metro. Maar wie moet er nu van Brussel naar Brugge zo vroeg in de ochtend?